Warren Buffett publiceerde een vereenvoudigde formule waarop zijn selectie berust. In eerste instantie moet de verwachte opbrengst van dividenden en koersgroei hoger dan 15% zijn. Pas dan komt een aandeel in aanmerking voor verdere analyse. Daarna eist hij dat de intrinsieke waarde van een aandeel hoger ligt dan de koers. Voor de bepaling van de intrinsieke waarde gebruikt hij de volgende formule: IW = WPA*(8,5 + 2*GVWPA) waarbij IW = Intrinsieke Waarde; WPA = Winst per Aandeel; GVWPA = Groeivoet Winst per Aandeel. De koers mag hooguit 2/3de van de intrinsieke waarde zijn, wil er van voldoende veiligheidsmarge sprake zijn. Tot slot beoordeelt Buffett de stabiliteit van de winstmarge en de verhouding vreemd en eigen vermogen, welke laatste in ieder geval niet hoger mag zijn dan 50%.