Berichten

SNS Bank NV: drie perpetuals – deel 1

Regelmatig bestuderen wij voor onze cliënten obligaties en andere rentedragende effecten om te proberen de risico’s in te schatten. Wij kijken daarbij graag naar obligaties van bedrijven, die in de problemen zijn of zijn geweest. De koersen van dit soort obligaties zijn dikwijls fors gedaald en het herstel duurt meestal lang genoeg om op de trein te springen. Obligaties die zijn uitgegeven als onderdeel van een financiële herstructurering verdienen daarbij onze voorkeur. Zo belegden wij met veel succes in obligaties van ASR, Heidelberg Cement en Safilo. In dit artikel bespreken wij een drietal perpetuele obligaties van SNS Bank NV.

Fürstenberg Capital II perpetual securities

Al eerder schreven wij over niet-cumulatieve preferente aandelen van Depfa Bank plc. Van gelijke aard zijn de Fürstenberg Capital II perpetual securities, welke ook in Amsterdam zijn genoteerd.

Depfa probeert u uit te kopen

Op 9 november jongstleden schreven wij een stuk over de Depfa Funding Trust II Securities die jaren geleden onder meer via ABN Amro aan Nederlandse beleggers zijn verkocht. Wij schreven het stuk in het kader van onze aandacht voor eeuwigdurende al dan niet cumulatief preferente aandelen.

Depfa Funding Trust II Perpetual Securities

Lezers die onze stukken regelmatig volgen weten dat wij in de voorbije jaren al heel wat speciale obligatieproducten hebben besproken. Zo kwamen al aan bod een perpetual van Casino Guichard, een eeuwigdurend niet-cumulatief preferent aandeel van Credit Agricole , maar ook perpetuals van bijvoorbeeld Achmea , ASR en ING. Vandaag is het de beurt aan Depfa Bank plc en het Duitse Hypo Real Estate Holding AG.

Italiaanse staatsobligaties, Draghi en de ECB

Over de €-crisis is al heel veel geschreven, ook door ons, maar dan alleen als er iets bijzonders gebeurt, dat voor beleggers van wezenlijk belang kan zijn. Twee weken geleden werden twee voor beleggers belangrijke stappen in deze crisis gezet. Ten eerste was daar de uitspraak van de Duitse Hoge Raad en ten tweede, net daarvoor, de toezegging van Draghi, president van de Europese Centrale Bank (ECB). Op de uitspraak van de Duitse Hoge Raad gaan wij niet verder in omdat die voor ons betoog niet van wezenlijk belang is.