Cliëntclassificatie en Vladeracken

Cliënten van Vladeracken worden op verschillende manieren geclassificeerd. Twee van deze classificaties zijn voorgeschreven door de wetgever. In onderhavig stuk zetten wij voor u op een rij hoe wij cliënten classificeren, hoe wij gegevens controleren en wat de betekenis is van deze classificaties.

I Risicoclassificatie in het kader van de Wwft

Onder de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering terrorisme, een wet die via “witwasrichtlijnen” voortdurend wordt aangescherpt en die voor heel de EU van toepassing is) is het voor beleggingsondernemingen zoals Vladeracken VermogensbeheerDe handelsnaam van Vladeracken BV. Een vermogensbeheerder met een vergunning in Nederland. Copyright Vladeracken een verplichting geworden om haar cliënten qua risico te classificeren. De verplichting vloeit voort uit het feit dat Vladeracken vergunninghouder is bij de AFM.

De Wwft heeft als doelstelling het voorkomen van witwassen, het voorkomen van de financiering van het terrorisme en het voorkomen van het verlies van vertrouwen in het financiële systeem en stelt daartoe nieuwe eisen aan het Cliëntenonderzoek dat dient plaats te vinden alvorens met een nieuwe cliënt zaken wordt gedaan evenals aan het doorlopende onderzoek ten aanzien van bestaande cliënten.

Vladeracken BV hanteert de volgende, wettelijk verplichte, risicoclassificatie ten aanzien van de identiteit van haar cliënten:

  • Laag risico
    Nederlandse particulieren en rechtspersonen;
  • Normaal risico
    Particulieren en rechtspersonen uit andere EU-lidstaten;
  • Verhoogd (hoog) risico
    Politically Exposed Persons (PEP’s) van binnen en buiten Nederland en aanverwante personen en entiteiten, constructies van rechtspersonen, overigen. Het gaat hier sinds 1 januari 2019 ook om personen, die in besturen samen met andere direct als PEP te merken personen zitten, de zogenoemde naast-geassocieerden, om personen die betrokken zijn bij de handel in crypto currencies en om personen die betrokken zijn bij de verhuur van onroerend goed met huurinkomsten hoger dan € 10.000 per maand;
  • Onacceptabel risico
    Personen die veroordeeld zijn voor economische delicten, witwaspraktijken e.d., terroristen, ons onvolledige informerende cliënten.

De consequenties van deze classificatie zit in de diepgang en frequentie van het onderzoek dat Vladeracken moet doen om een cliënt als cliënt te mogen binnenhalen en met een cliënt daarna zaken te mogen blijven doen.

Dit onderzoek bestaat uit allerlei controles en informatievragen. Zo moet bekeken worden of een cliënt op een zogenoemde “Freeze-lijst” voorkomt. Dit zijn lijsten die door de overheid (EU) worden gepubliceerd, soms meerdere keren per week, waarop iedere persoon en elke instantie met naam en toenaam genoemd wordt die door overheden op een zogenoemde zwarte lijst is geplaatst. Iemand die daarop staat mag niet als cliënt door een beleggingsonderneming wroden geaccepteerd.

Vladeracken heeft dit onderzoek sinds 1 augustus 2019 deels uitbesteed aan Scope KYC, een onderneming uit Hoofddorp, die op dit terrein is gespecialiseerd en waar Vladeracken als sinds medio 2018 zaken mee doet. Zij doen namens Vladeracken een basisonderzoek (een CDD-review) waarbij gechecked wordt of een bestaande of nieuwe cliënt ergens in de wereld op een zogenoemde “zwarte lijst” voorkomt en daarmee volgens de wet een risico voor Vladeracken als vergunninghouder en het financiële systeem in het algemeen vormt.

Bij deze classificatie dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het gecalculeerde risico (middels spreadsheet berekend) en het gevalideerd risico (interpretatie analyse). Voorkomen op een anti-terrorismelijst is een voorbeeld van een te berekenen risico. Een gevalideerd risico kan ontstaan in een gesprek met een cliënt, bijvoorbeeld als de gesprekspartner in dat gesprek redenen vindt om te twijfelen aan de integriteit van de betreffende cliënt. Een vermoeden is voldoende om het risico-oordeel te verhogen.

Hoe ver dit onderzoek gaat en hoe vaak het opnieuw moet worden uitgevoerd is afhankelijk van de risicoclassificatie. De wet stelt dat bij een classificatie:

  • Laag risico
    wordt volstaan met een standaard cliëntenonderzoek, 1x bij aanvang
    van de relatie
  • Normaal risico
    wordt volstaan met een standaard cliëntenonderzoek, 1x bij aanvang
    en daarna elke 2 a 3 jaar opnieuw (hertoets)
  • Verhoogd (hoog) risico
    volgt een verscherpt onderzoek, 1x bij aanvang en daarna elk jaar opnieuw inclusief een jaarlijks persoonlijk gesprek als onderdeel van
    dit onderzoek
  • Onacceptabel
    wordt een cliënt afgewezen

Het onderzoek dient plaats te vinden voor elke zogenoemde Ultimate Beneficial Owner (UBO), die allemaal bij de beheerder bekend moeten zijn. De vraag of iemand een UBO is of niet is voor een particulier met vermogen op een rekening op eigen naam eenvoudig. Als het vermogen op uw naam staat is het van u en bent u de Ultieme Begunstigde van het vermogen. Maar wanneer u een Stichting, een buitenlandse vennootschap, een trust etc. gebruikt, dan dient de vermogensbeheerder te achterhalen wie eigenlijk uiteindelijk de feitelijke rechthebbende is op het vermogen en de vruchten van dat vermogen. Dit zijn de UBO’s en die moeten aan dezelfde classificatiemethodiek en hetzelfde onderzoek worden onderworpen. Wettelijk gold tot voor kort dat een UBO pas UBO was, op het moment dat hij of zij een rechthebbend belang van 25% of meer bezit. Maar die grens is inmiddels vervallen en vervangen door de eigen interpretatie van de onderzoekende vergunninghouder (in ons geval dus Vladeracken). Ook depotbanken hebben hiermee te maken. Zo legt Binck sinds begin 2019 de grens bij een rechthebbend belang van 10% of meer. Vladeracken wil in beginsel de gehele paraplu kennen en maakt dus geen onderscheid in het belang, wij willen de identiteit van alle UBO’s kennen.

Bekend moet ten minste zijn wie de UBO is het, wat de UBO doet, waar het geld waar de UBO recht op heeft vandaan komt en waarom de klant de betreffende depotbank, vermogensbeheerder etc. gebruikt (wat is de aard van de klant).

De CDD-review wordt ook door de depotbanken uitgevoerd, die deze toepassen in het kader van de transaction monitoring en de analyse van het integriteitsrisico van de betreffende rekeninghouder(s).

Standaard onderzoek
Een standaardonderzoek behelst de visuele identificatie van de cliënt, het opvragen van een kopie van zijn / haar paspoort of ander identificerend document, controle bij de Kamer van Koophandel in voorkomend geval, en hantering van het principe van de identificatiestorting (daarmee wordt een rekening gekoppeld aan een andere reeds op de naam van die betreffende cliënt bestaande rekening). Tevens geldt de inventarisatie van de cliënt als onderdeel van het identificatieproces om de cliënt beter te leren kennen.

Verscherpt onderzoek
Bij een verscherpt onderzoek wordt tevens gekeken naar zaken als de herkomst van het vermogen, het aandeelhoudersregister (in voorkomend geval) en vindt een doorlopende monitoring plaats. Bij buitenlandse cliënten wordt altijd bekeken of de betreffende cliënt een zogenoemde PeP is. Bij instellingen wordt tevens naar de achterliggende belanghebbende gezocht (UBO’s) en waar mogelijk om bijbehorende documentatie verzocht.

Voor de doorlopende monitoring van het geldverkeer wordt tevens gebruik gemaakt van de diensten van de banken waar cliënten hun rekeningen en effectendepots aanhouden.

II Professionele versus niet-professionele cliënt

Een tweede classificatie, die niets met het hierboven omschreven risico te maken heeft is de vraag of een cliënt professioneel of niet-professioneel is. Nu gaat het om de vraag welke risico’s een vermogensbeheerder zijn cliënt mag aanbieden en hoever de zorgplicht van de vermogensbeheerder jegens de cliënt daarbij strekt. Dit onderscheid wordt gemaakt bij aanvang van de relatie.

Cliënten hebben de mogelijkheid om zelf te kiezen voor een andere status. Op grond van artikel 49b Bgfo dienen een aantal procedures in acht genomen te worden als een niet-professionele belegger wel van deze mogelijkheid gebruik wenst te gaan maken.

Het betreft de volgende stappen:

  • de cliënt doet een schriftelijk verzoek om als professionele belegger beschouwd en behandeld te worden;
  • Vladeracken BV waarschuwt daarop de cliënt schriftelijk voor het lagere beschermingsniveau en het niet van toepassing zijn van het Beleggerscompensatiestelsel; en
  • de cliënt bevestigt in een afzonderlijk document dat hij zich bewust is van de gevolgen die aan het lagere beschermingsniveau zijn verbonden.

Verder dient Vladeracken BV te onderzoeken of de betreffende cliënt voldoende deskundigheid heeft om als professionele belegger behandeld te worden. Hiertoe moet de betreffende cliënt voldoen aan ten minste twee van de volgende drie in artikel 4:18c, tweede lid, Wft gestelde criteria:

  • tijdens de voorafgaande vier kwartalen heeft de cliënt op de desbetreffende markt per kwartaal gemiddeld tien transacties van significante omvang verricht. Van een significante omvang is sprake wanneer een transactie de gemiddelde grootte van transacties in soortgelijke financiële instrumenten van een particuliere belegger substantieel overstijgt;
  • de omvang van de portefeuille financiële instrumenten en deposito’s in geld van de niet-professionele belegger is groter dan € 500.000; of
  • de niet-professionele belegger is gedurende ten minste een jaar werkzaam of werkzaam geweest in de financiële sector, waar hij een beroep uitoefent of heeft uitgeoefend waarbij kennis van de beoogde beleggingsdiensten, beleggingsactiviteiten of nevendiensten vereist is of was.

Omgekeerd wordt elk verzoek van beleggers om als niet-professionele belegger te worden geclassificeerd, maar die in de ogen van Vladeracken BV mede gelet op de daartoe strekkende wet- en regelgeving moeten worden aangemerkt als professionele beleggers, niet ingewilligd. Hiervan wordt de beleggers schriftelijke melding gemaakt.

Voor cliënten, die als niet-professioneel worden aangemerkt, geldt de hoogste rechtsbescherming en de hoogste verantwoordelijkheid t.a.v. inventarisatie, risicoclassificatie en voorlichting bij de advisering over en uitvoering van effecten- en andere financiële transacties.

Den Haag, 13 augustus 2019
Gijsbrecht K. van Dommelen
Vladeracken Vermogensbeheer

www.vladeracken.nl

Disclaimer
Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.