De off- en onshore exploratiesector, deel 1, inleiding

(publicatiedatum: 10 mei 2013)

Het cijferseizoen is vrijwel voorbij, jaarverslagen zijn beschikbaar en de 1ste kwartaalcijfers zijn in de meeste gevallen beschikbaar, zodat ook een eerste indruk van het lopende jaar verkregen kan worden. Tijd om eens dieper in een aantal bedrijven te duiken en hen te toetsen aan onze fundamentele en technische criteria. Een oude favoriet – Fugro – staat daarbij hoog op onze aandachtslijst en dus hebben wij ons huiswerk in eerste aanleg geconcentreerd op de off- en onshore exploratie sector waarin Fugro actief is. Bijkomend argument is het 1ste kwartaal bericht van het Amerikaanse Backer Hughes van enkele dagen geleden. Dit bedrijf exploiteert onder meer een groot aantal booreilanden. Zij kondigde in het kwartaalbericht aan dat de booractiviteiten wereldwijd buiten Noord Amerika in het voorbije kwartaal met ruim 10% was toegenomen. Dit wijst op het begin van een cyclische opleving in de sector.

Bedrijven met €-notering

Wij gaan daarbij niet uitputtend zijn in die zin dat wij niet alle bedrijven in de sector zullen doorlopen. De aandacht gaat voorlopig uit naar de volgende ondernemingen, maar suggesties van lezers zijn welkom.

De bedrijven /aandelen die wij gaan behandelen zijn, in alfabetische volgorde:
–    Bourbon
–    CGG Veritas
–    Fugro
–    Saipem
–    Tenaris
–    Vallourec
In dit rijtje zijn geen Amerikaanse ondernemingen opgenomen. Wij doen dat omdat wij het $-risico buiten onze analyse willen houden. Het gaat hier steeds om bedrijven waarvan de aandelen onder meer in € verhandeld worden en waarvan de €-liquiditeit op de beurs groot is.

Al deze bedrijven zijn actief in de internationale offshore- en onshore-exploratie en de dienstverlening aan grote olie- en gasmaatschappijen in de hele wereld. Maar ze zijn lang niet allemaal in dezelfde tak van sport actief noch zijn ze allemaal even groot. Wel zijn ze allemaal beursgenoteerd en is de liquiditeit van de verhandelde aandelen groot.

De bedrijfstak heeft het, in het algemeen genomen, al enige tijd moeilijk. Ze opereren vaak in politiek gevoelige gebieden. Bij sommigen – bijvoorbeeld de buizenmakers hebben daar veel last van (Tenaris en Vallourec) – is de concurrentie moordend door een flinke en groeiende overcapaciteit wereldwijd. Anderen hebben weer last van vertragingen bij de uitvoering van grote projecten. Met name voor de kust van Brazilië en in Oost-Europa en Centraal Azië zijn een aantal belangrijke projecten flink vertraagd.

Allemaal zijn de ondernemingen bezig met reorganisaties. Sommigen, zoals Fugro, hebben daarbij een fors deel van het bedrijf afgestoten en / of bij concurrenten ondergebracht, anderen zijn juist als koper actief, zoals CGG Veritas, de koper van het door Fugro juist afgestootte deel, maar ook de buizenmakers Tenaris en Vallourec. En weer anderen, zoals Bourbon, hebben een flink investeringsprogramma opgetuigd om zich juist uit de problemen te groeien.

Zonder uitzondering zijn de resultaten van deze bedrijven al enige niet meer gegroeid. En dat terwijl de Amerikaanse schalierevolutie juist tot een enorme groei van de activiteiten op het gebied van exploratie heeft geleid.

Te behandelen onderwerpen

De vragen die wij zullen stellen zijn de volgende:
–    In welk deel van de productieketen zijn de bedrijven actief?
–    Wat zijn de bedrijfsspecifieke problemen waar deze ondernemingen tegenaan zijn gelopen of lopen?
–    Hoe verhouden de bedrijven zich wanneer wij de financiële resultaten toetsen aan ons fundamenteel model (rentabiliteit, dividendbeleid, balansverhoudingen)?
–    Wat zijn de verwachtingen van analisten ten aanzien van de toekomstige resultaatontwikkelingen?
–    Wat is het technische beeld van de koersontwikkeling van de ondernemingen (zowel op de korte als op de lange termijn)?
–    Bieden de lange termijnontwikkelingen / charts van gas en olie hoop?
–    Welke aandelen zijn koopwaardig wat ons betreft, waarom en is dat nu of willen wij eerst nog bepaalde doelen gehaald zien (ontwikkelingen in de resultaten, weerstanden in het koersbeeld, relatieve voorkeur etc.)?

Onze fundamentele methode van toetsing, de Prijs<Waarde Methode

Binnen Vladeracken hanteren wij een eigen model om bedrijven op fundamentele gronden te beoordelen. Wij noemen dat de Prijs<Waarde Methode, indachtig de opdracht voor een fundamentele waardebelegger om aandelen te kopen voor een prijs die lager is dan de feitelijke waarde. Wij hebben deze methode uitgebreid tegen het voetlicht gehouden in een publicatie welke u op onze website terug kunt vinden en welke daar in juli 2012 is gepubliceerd. Wij hebben deze methode al verschillende keren gebruikt om aandelen waarin wij voor onze cliënten beleggen tegen het voetlicht te houden. Een overzicht van deze artikelen vindt u onder meer op de website van onze maandelijkse publicatie, De Technische Belegger. Onderaan de laatste uitgave vindt u een overzicht van alle onderwerpen die wij hebben besproken inclusief een link naar het meest recente artikel over dat onderwerp. Uiteraard kunt u ook middels een zoekroutine op de website van Vladeracken Vermogensbeheer de verschillende artikelen nalezen.

Kort gezegd komt de methode er op neer dat wij beginnen met het op een rij zetten van de historisch behaalde rentabiliteit op het eigen, geïnvesteerde vermogen. Vervolgens kijken wij naar de mate waarin de winst in het eigen bedrijf wordt geherinvesteerd (hoeveel groeit het eigen vermogenHet gestort kapitaal + alle reserves + ingehouden winst (zie ook boekwaarde). Copyright Vladeracken per aandeel jaarlijks na aftrek van dividend?). Dan maken wij op grond van de taxaties van analisten ten aanzien van de toekomstige winst per aandeel een inschatting van de waarde van een aandeel van de betreffende onderneming over een periode van 5 jaar. Daarna rekenen wij die waarde terug tot een prijs op dit moment waarbij wij een boven en een ondergrens bepalen, door de toekomstige waarde terug te rekenen met 16% per jaar (dat levert de ondergrens) en 9% per jaar (dat levert de bovengrens). Als de huidige koers lager is dan de ondergrens, dan is de onderneming vanuit fundamenteel oogpunt in onze optiek koopbaar, is de koers juist boven de bovengrens terechtgekomen, dan is het aandeel verkoopwaardig. Het feitelijke moment van handelen wordt vervolgens op basis van de technische koerspositie van het aandeel bepaald.

Lange termijn overzichtschart

De Europese notering van Tenaris dateert van eind 2002, dus wij hebben alle koersen geïndexeerd op 1 januari 2003 om de ontwikkeling enigszins vergelijkbaar te maken. Helemaal compleet zijn wij dan niet, want er is in de grafiek geen correctieEen daling van de koersen met van tenminste 10%. Copyright Vladeracken aangebracht voor de uitgekeerde dividenden. CGG Veritas bijvoorbeeld heeft in de afgelopen 12 jaar nimmer een dividend uitgekeerd, terwijl de anderen ook nog eens niet allemaal dezelfde pay-out ratio hanteren. Dit soort verschillen komen in de volgende artikelen, wanneer wij op de individuele ondernemingen ingaan, nog nader aan de orde.

Figuur 1.

Eerste conclusie

Uit de grafiek kunnen een paar eerste conclusies getrokken worden. Er is een vrij hoge correlatie tussen de ondernemingen te constateren. Weliswaar stijgt de een harder dan de ander (en hetzelfde geldt voor koersdalingen), maar de bewegingen lopen aardig synchroon. Kennelijk zijn ze allemaal min of meer van dezelfde onderliggende ontwikkelingen afhankelijk.

Sinds medio 2005 heeft de gemiddelde belegger niets aan deze ondernemingen verdiend (behalve dan wellicht het dividend).

Bourbon heeft veruit de zwakste koersprestatie geleverd, Tenaris het mooiste. De koersprestatie van Tenaris verschilt niet veel van die van CGG Veritas, maar hij oogt stabieler (lagere volatiliteitDe beweeglijkheid van prijzen. Copyright Vladeracken) en CGG keert geen dividend uit.

Fugro is zeker niet de best presterende maatschappij in het rijtje.

Tot zover deze inleiding, in de hiernavolgende stukken gaan wij in op de individuele ondernemingen. Wordt vervolgd.

Den Haag, 10 mei 2013
Gijsbrecht K. van Dommelen
Vladeracken Vermogensbeheer

Disclaimer
De auteur is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Vladeracken BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Vladeracken belegt wel en / of heeft belegd in de hier besproken effecten voor haar cliënten. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie in de hier besproken effecten en conform de hier besproken methodiek en argumenten belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Vladeracken BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand. De besproken effecten vertegenwoordigen een hoog risico.